Hoe kan mijn kind voor autisme behandeld worden?

• Medicijnen en voedingsvoorschriften.
• Therapie en begeleiding.
• Of een combinatie van die twee.

Medicijnen en voedingsvoorschriften

Dit zijn geen medicijnen speciaal voor autisme. Het zijn medicijnen die ook bij andere psychische aandoeningen worden gebruikt. Uw kind kan de volgende medicijnen voorgeschreven krijgen:

• Antipsychotica: medicijnen die psychotische verschijnselen kunnen verminderen, zoals:
  • Haloperidol. Door dit medicijn nemen prikkelbaarheid, hyperactiviteit en driftbuien af. Het medicijn helpt niet bij spraak of typisch autismegedrag. Vanwege de bijwerkingen, krijgen alleen mensen met zeer ernstige autistische symptomen dit medicijn.
  • Resperidon. Dit medicijn werkt beter dan haloperidol. Het vermindert namelijk wel typisch autismegedrag en ook boosheid en driftbuien.
• Antidepressiva: medicijnen die klachten bij een depressie verminderen, zoals:
• Fluvoxamine. Dit medicijn helpt tegen agressie en rituelen (zelfde gedachten, zelfde bewegingen). Ook zou het de spraak verbeteren.

Ook een aanpassing in voeding kan helpen om de autismeklachten bij uw kind te verminderen. Uit onderzoek blijkt dat een glutenvrij dieet helpt. Kinderen die dat dieet volgden spraken beter, waren socialer, konden zich beter concentreren en beter meekomen op school.

Therapie en begeleiding

Geen twee kinderen met autisme zijn gelijk. Behandeling en begeleiding van autisme is daarom altijd maatwerk. De opvoeding vormt hierbij de basis.

Rust, reinheid, regelmaat in opvoeding

Omdat het opvoeden van een autistisch kind niet gemakkelijk is, kunt u hierbij begeleiding krijgen. U leert dan te begrijpen wat er in uw kind met autisme omgaat. Waarom reageert hij zoals hij reageert? En waarom doet hij zoals hij doet? Hierin inzicht krijgen is de eerste stap. Daarna leert u hoe u met het gedrag moet omgaan en krijgt u tips hoe u met uw kind kunt communiceren. Bijvoorbeeld meer met voorwerpen en in korte, duidelijke zinnen. Ook leert u structuur en regelmaat aan te brengen in het dagelijks leven van uw kind. Bijvoorbeeld altijd op dezelfde tijd eten en douchen. Tot slot leert u uw verwachtingen en eisen aan te passen aan wat uw kind kan.

Therapiemogelijkheden

Soms is naast rust, reinheid, regelmaat nog therapie nodig om de problemen door autisme te verminderen, bijvoorbeeld:

• Sociale vaardigheidstraining. Simpel gezegd: uw kind leert hoe hij naar een ander moet luisteren, een gesprek aanknoopt, een gesprek op gang houdt, iemand een compliment geeft. En dat allemaal in verschillende situaties.
• Pscyho-educatie. U kind krijgt samen met u en uw partner uitleg over wat autisme is en hoe hiermee om kan worden gegaan. Het idee: als iemand inzicht in zijn ziekte heeft, is hij beter in staat om hiermee om te gaan.
• Gedragstherapie. Dit richt zich vooral op het gedrag van uw kind. Hoe pakt hij dingen aan? En vooral: hoe zou u het op een andere manier kunnen doen?
• Cognitieve therapie. Dit richt zich vooral op de denkpatronen van kind. Hoe denkt uw kind? En hoe kunnen deze denkbeelden veranderd worden in reële gedachten.
• Psychomotorische therapie. Uw kind leert hierbij onder meer om te gaan met spanningen en woede.
• Applied Behavior Analysis (ABA). Een zeer intensieve therapie, tot 40 uur per week. Bij deze therapie krijgt uw kind een beloning als hij zich gedraagt zoals het hoort.

Stel drie goede vragen

Welke behandeling voor uw kind geschikt is, is afhankelijk van zijn persoonlijke situatie, zoals:

• Leeftijd.
• Ernst van het autisme.
• Soort autisme.
• Dagelijkse problemen door autisme.

Ga daarom altijd met de behandelend arts in gesprek over de behandeling. Leg hem de volgende drie vragen voor:

• Wat zijn de mogelijkheden voor mijn kind?
• Wat zijn de voor- en nadelen van die mogelijkheden?
• Wat betekent dat in de situatie van mijn kind?

Aan de hand van de antwoorden hierop bepaalt u samen met de arts hoe en waar uw kind behandeld wordt.

Gebruikte bronnen: Autisme.nl, Landelijk Netwerk Autisme, Nationaal Kompas, Trimbos Instituut, CBS