Hoe kan ik voor bronchiëctasieën behandeld worden?

• Uw leeftijd.
• De ernst van uw klachten.
• De oorzaak van uw klachten.
• Hoeveel longen zijn aangedaan: één, beide of slechts een gedeelte?
• Waar in uw longen u bronchiëctasieën heeft.

U kunt één van de volgende behandelingen of een combinatie daarvan krijgen:

• Medicijnen.
  • Ontstekingsremmers, zoals Prednison. Dit medicijn onderdrukt de ontstekingsreactie, maar verhelpt de ontsteking niet. U heeft wel tijdelijk minder klachten. 
  • Antibiotica. Dit medicijn doodt bacteriën. Hierdoor komt de ontsteking tot rust of verdwijnt zelfs helemaal. U heeft minder last van klachten. U kunt een eenmalige antibioticakuur krijgen of een onderhoudsdosering. U krijgt dan langere tijd een lage dosering antibiotica.
  • Slijmverdunners. Als het slijm dunner is, kunt u het gemakkelijker ophoesten en heeft u het minder benauwd.
  • Luchtwegverwijders. Deze medicijnen ademt u in via een speciaal apparaatje, een inhalator. De medicijnen zorgen ervoor dat de spiertjes rond uw luchtwegen zich ontspannen. U kunt daardoor beter ademhalen. 
• Hoesttechnieken. Een fysiotherapeut leert u hoe u zo goed mogelijk slijm ophoest. Het is heel belangrijk dat u dit goed doet. Want hoe minder slijm in uw longen, hoe minder kans bacteriën hebben om er nieuwe ontstekingen te veroorzaken. Er zijn overigens ook hulpmiddelen die u helpen goed te hoesten, zoals een ‘Flutter’. Dit is een soort mondstukje met een metalen balletje erin. Hierop blaast u en er ontstaat een trilling in de luchtwegen. Het slijm trilt los en zo kunt u gemakkelijker hoesten.
• Operatie. Dit is mogelijk als slechts een klein gedeelte van de longen door de ziekte is aangedaan. De ziekte kan dan helemaal weggehaald worden. Voorwaarde is wel dat de rest van het longweefsel helemaal gezond is. Omdat dat meestal niet het geval is, gebeurt een operatie nog niet vaak. 
• Bloedvaatje in long(en) dichtmaken. Dit kan nodig zijn als u veel bloed ophoest. De arts maakt het bloedvat dicht via een katheter, een dun slangetje. Deze brengt hij via uw lies naar het juiste bloedvat. Ligt de katheter goed, dan brengt hij via de katheter het juiste materiaal in om het bloedvat dicht te maken. 

Als een onderliggende aandoening – zoals COPD of taaislijmziekte - bronchiëctasieën veroorzaakt, dan moet uiteraard ook die aandoening behandeld worden. Lees meer over de behandeling van COPD en taaislijmziekte.

Stel drie goede vragen

Bespreek altijd met uw arts welke behandeling of combinatie van behandelingen voor u het meest geschikt is. Stel hem altijd de volgende drie vragen:

• Wat zijn mijn mogelijkheden?
• Wat zijn de voor- en nadelen van mijn mogelijkheden?
• Wat betekent dat in mijn situatie?

Aan de hand van de antwoorden hierop bepaalt u samen met uw arts welk behandelingstraject u ingaat. 

Gebruikte bronnen: Longfonds.nl, St. Anna Zorggroep