Hoe kan ik voor diabetes behandeld worden?

• Uw leeftijd.
• De ernst van uw klachten.
• Uw algehele conditie.

Behandeling diabetes type 1

Bij diabetes type 1 maakt uw lichaam geen insuline meer aan. Daarom moet u zelf insuline spuiten om uw bloedsuikerspiegel weer op een normaal niveau te krijgen. U kunt insuline toedienen met: 

• Een insulinepen. Dit lijkt op een dikke vulpen, met een vulling en bovenop een klein injectienaaldje. U injecteert uzelf.
• Een insulinepomp. U draagt dit pompje op uw buik. Via een naaldje in uw buik krijgt u constant een beetje insuline. Dit gebeurt automatisch.

Samen met uw arts kiest u een injectiemethode. Ook bepaalt u welke insuline geschikt voor u is: snelwerkende en/of langzaamwerkende insuline. Snelwerkende insuline wordt direct in het bloed opgenomen en werkt meteen. Bij langzaamwerkende insuline neemt uw lichaam continu een beetje bloedsuiker op.

Als u insuline spuit, moet u regelmatig uw bloedsuikerwaarden controleren. Dit kan met een vingerprik. Aan de hand van uw waarden, bepaalt u of u insuline nodig heeft. Het afstemmen van insuline op uw bloedsuikerspiegel is ingewikkeld. U bent er veel tijd aan kwijt.

Behandeling diabetes type 2

De klachten als gevolg van diabetes kunnen flink verminderen door een gezonde levensstijl. Dat betekent dus: gezond eten en veel bewegen. Enkele tips voor gezond eten:

• Wees matig met suiker. Speciale suikervrije producten zijn niet nodig.
• Eet drie hoofdmaaltijden per dag. Het liefste elke dag op hetzelfde tijdstip.
• Regelmaat is goed voor uw bloedsuikerspiegel.
• Vervang producten met verzadigd vet door producten met onverzadigd vet of magere producten.
• Wees matig met cholesterolrijke producten.

Ook lichaamsbeweging is zeer belangrijk. Als u dagelijks veel beweegt, reageert uw lichaam beter op het hormoon insuline. Er bestaat dan een goede kans dat u minder medicijnen nodig heeft.

Medicijnen diabetes type 2

Helpt gezond eten en veel bewegen onvoldoende? Dan kunt u de volgende medicijnen of een combinatie daarvan krijgen:

• Medicijnen die de aanmaak van insuline stimuleren.
• Medicijnen die uw lichaam gevoeliger maken voor insuline.
• Cholesterolverlagers.
• Bloeddrukverlagers.

Heel soms moet u ook insuline spuiten.

Stel drie goede vragen

Bespreek met uw behandelend arts welke van bovenstaande behandelingen het beste bij uw situatie past. Leg hem de volgende drie vragen voor:

• Wat zijn mijn mogelijkheden?
• Wat zijn de voor- en nadelen van die mogelijkheden?
• Wat betekent dat in  mijn situatie?

Aan de hand van de antwoorden hierop bepaalt u samen met uw arts welk behandelingstraject u ingaat.

Gebruikte bronnen: Diabetesvereniging Nederland, Diabetesfonds, Thuisarts, Nationaal Kompas