Hij ploft naast me op de stoel, nadat hij vroeg of deze nog vrij was. Verbaasd kijk ik op. In een vliegtuig heb je immers toch een aangewezen plek? Hij verontschuldigt zich door te zeggen dat hij iets te laat was, hij zat nog lekker met een wijntje te wachten. ‘Ok’, denk ik.
Daarna stort hij zich op zijn handgeschreven notities. Een blok vol, gearceerd en wel. Het maakt me nieuwsgierig, maar praten komt er nog niet van. Ik kijk naar buiten, reorganiseer wat foto’s op mijn mobieltje, totdat hij na anderhalf uur zijn notities dicht doet. Hij zucht en gaat verzitten. Voor mij het moment nu te zeggen ‘dat ik wel nieuwsgierig ben naar wat hij geschreven heeft”. Ik doe het namelijk net zo, eerst heel veel handgeschreven notities. Overigens typ ik daarna de boel wel uit. En dan, zomaar zonder erg, zitten we in een eerst algemeen en daarna heel persoonlijk gesprek.
Hij is arts en verbonden aan de universiteit. Bescheiden als hij is, blijkt verder in het gesprek dat hij gewoon de bobo is op het gebied van cochleair implantaten*, wat ook de reden is voor zijn reis naar Sevilla. Hij is naast audioloog (de arts die zich bezighoudt met het meten en door hulpmiddelen corrigeren van de gehoorfunctie) ook vestibuloloog, dat is een arts op het gebied van evenwicht met betrekking tot het gehoororgaan.
Van doof tot horend
Ik moet denken aan een jongen bij mij in de buurt die ook een cochleair implantaat heeft. Aan de zijlijn zie en merk ik hoe dat hem heeft geholpen. Ongelooflijk. Bijna doof geboren en al jong een implantaat gekregen. “Dat zijn de besten”, zegt de arts. Zij zijn niet gehinderd door enige kennis en kunnen naarmate ze opgroeien meegroeien in de geluiden. Dat is heel anders als dat je langer doof bent geweest en dan een implantaat krijgt. Dan zijn er veel meer problemen. Na een lange stilte zijn geluiden dan oorverdovend. En dat triggerde mij. Als voorbeeld vertelde de arts dit: Deze mensen kunnen bijvoorbeeld niet altijd de telefoon gebruiken waar deze voor bedoeld is. Ze kunnen het wel horen, maar ze kunnen het niet altijd ‘verstaan of begrijpen’. Dat is bijzonder. Maar ze gebruiken de telefoon wel als communicatiemiddel. Ik ben blij verrast door dit antwoord. Waarbij hij ook meteen zegt dat met de huidige technologie de dove mensen met een cochleair implantaat natuurlijk heel blij zijn om zich op deze manier verstaanbaar te maken.
Ik luister veel, heel veel. Dus mijn oren zijn belangrijk. In mijn werk gerelateerde blogs als acquisitie-expert schrijf ik vaak dat de telefoon overal voor gebruikt wordt behalve om te bellen. Iedereen whattsappt, kijkt foto’s, doet zijn social media of kijkt er films mee. Bellen, ho maar.
En wat een wijze les, zomaar in het vliegtuig. We landen in Sevilla. Hij gaat naar het ziekenhuis om zijn lezing te geven. Ik ga naar mijn opdrachtgever, een architect voor een rondleiding door de stad. In ieder geval kijk ik nu zelf met heel andere ogen naar de telefoon. Met de ogen van iemand die doof is.
*Een cochleair implantaat is een medisch hulpmiddel dat de natuurlijke hoorfunctie van het binnenoor nabootst. In tegenstelling tot hoortoestellen, die geluiden enkel versterken, omzeilen cochleaire implantaten het beschadigde deel van het binnenoor en sturen ze rechtstreeks elektrische signalen naar de gehoorzenuw. Omdat cochleaire implantaten de gehoorzenuw rechtstreeks stimuleren, worden alle geluiden doorgegeven die nodig zijn om een verbeterd spraak/verstaan en horen mogelijk maken.
(bron: www.ikwilgraaghoren.nl)
Meer blogs op ZorgkaartNederland:
Foto: Alexas_Fotos op Pixabay