Uw tijd is om

Geen hulp meer

‘Goedemorgen meneer Van Rijn, komt u mee naar de huiskamer? Dan maak ik een boterham voor u klaar. Wat lust u op brood en wat wilt u drinken? Ik zal u helpen met het eten en drinken. Is het lekker meneer Van Rijn? Sorry meneer Van Rijn, ik kan u helaas niet verder helpen met eten en drinken geven. Uw tijd is om, ik moet het nu echt even tussendoor doen. Ik weet dat het moeilijk voor u is, maar u mag het zelf proberen.’

Plastijd voorbij

‘Goedemorgen broeder, ik wil graag naar het toilet.’ ‘Goedemorgen mevrouw Schippers, u heeft net op het toilet gezeten tijdens de zorg. Dat u toen niet kon plassen is vervelend, maar ik heb daar nu echt geen tijd voor. U zult echt tot na de lunch moeten wachten.’ ‘Broeder ik moet nu echt heel nodig.’ ‘Mevrouw Schippers, ik begrijp u heel goed, maar u heeft een speciaal broekje aan waarin u kunt plassen. Ik kan u na de lunch op het toilet zetten en meteen verschonen. Uw tijd voor de ochtend is al om en ik heb nog vijf bewoners die ik moet helpen. En dan moet ik ook nog de medicatie delen.’

De regering wil dat er zo gewerkt wordt in de zorg. Bewoners hebben namelijk een bepaalde tijd staan voor zorg per dag. Bij ons gaat het gelukkig anders en nemen we de tijd voor onze bewoners. Hoe lang dat ook nodig is. Maar mochten ooit meneer Rutte, meneer Van Rijn en mevrouw Schippers bij ons komen wonen, dan zal ik ze de zorg geven die zij willen dat er gegeven wordt. En hou ik de stopwatch in de hand. Voor hun klachten heb ik echt geen tijd, daarvoor kunnen ze bij elkaar terecht.

Johan Jong