Thuiszorg
Gaat goed: de manier de zorg geven is, kundigheid, wijze van omgang, respect naar elkaar, positief, Kan beter: xxxx
Gaat goed: omgang met elkaar, de gemaakte afspraken, bereikbaarheid. duidelijke communicatie. men was op de hoogte van dossier. Kan beter: niets
Gaat goed: Dat de zorg kwam helpen tot het nodig was. Kan beter: Dhr zou het niet weten