7 tips om een behandelaar voor een delier te kiezen die bij uw naaste past

1. Bepaal wat u belangrijk vindt

Bij een aandoening als een delier kan het zijn dat uw huisarts u en uw naaste doorverwijst naar een psychiater of geriater. En dan wilt u niet te ver reizen. Maar het moet ook klikken met de specialist en u vindt misschien zijn of haar ervaring ook belangrijk. Zet daarom voor uzelf op een rijtje welke eisen u stelt aan een specialist of ziekenhuis.

2. Zoek naar betrouwbare, objectieve informatie

Heeft u uw wensen op een rijtje? Zoek dan informatie passend bij deze wensen. Op zowel de website van het ziekenhuis als op ZorgkaartNederland vindt u de actuele wachttijden. Verder vindt u op ZorgkaartNederland welke kwaliteitskeurmerken het ziekenhuis heeft. Zoek hiervoor op het betreffende ziekenhuis en kijk bij Wachttijden of Kwaliteit.

Heeft u geen idee wat uw wensen zijn? Dan kunt u stap 1 en 2 ook omdraaien. U zoekt eerst objectieve informatie en kiest daarna waaraan de zorg minimaal moet voldoen.

3. Lees ervaringen van anderen

Door algemene informatie te combineren met ervaringen van patiënten, krijgt u een completer beeld. Bij de aandoening delier leest u hoe medepatiënten de zorg rondom een delier in een ziekenhuis, zorginstelling en door specialisten waarderen. Kijk of hun ervaringen aansluiten bij de punten die u belangrijk vindt. Bij positieve reacties gaat u met meer vertrouwen naar de specialist. Vallen de reacties tegen? Bespreek dan met uw omgeving en huisarts wat verstandig is om te doen.

4. Bespreek met uw huisarts wat voor u telt

Geef bij uw huisarts aan dat u wilt meedenken over de beste specialist en de beste zorginstelling voor uw naaste. Vertel dat reisafstand voor u geen enkel punt is, of juist wel. Of dat u op zoek bent naar een specialist die veel ervaring heeft met de behandeling die uw naaste krijgt. Voordat uw huisarts u doorverwijst, besluit u zo samen welke specialist goed bij u en uw naaste past.

5. Informeer bij uw zorgverzekeraar

U heeft het recht om zelf een specialist of ziekenhuis te kiezen. Maar zorgverzekeraars sluiten contracten met specialisten en maken hierin steeds vaker keuzes. Zo kan het voorkomen dat u een specialist heeft gevonden, maar dat de zorgverzekeraar van uw naaste geen contract met hem heeft. Dan moet uw naaste waarschijnlijk bijbetalen of een andere specialist kiezen. Kijk in de polis van uw naaste of informeer bij de verzekeraar.

6. Maak zo mogelijk eerst kennis

Het is belangrijk dat uw naaste zich op zijn of haar gemak voelt bij de specialist en in de kliniek of het ziekenhuis. Zeker als hij of zij vaker naar hem of haar toe moet. Bespreek in het eerste gesprek altijd zaken die u belangrijk vindt. Heeft u ook nog vragen voorbereid? Geef dit dan aan het begin van het gesprek duidelijk aan. De specialist kan hier dan rekening mee houden. Stel de vragen die u heeft opgeschreven en schrijf de antwoorden op. Na de afspraak kunt u dan alles nog even rustig nalezen.

Als het eerste contact niet prettig verloopt, kunt u om een andere specialist vragen.

7. Second opinion

Het kan voorkomen dat u al een specialist heeft, maar dat u twijfelt over de diagnose of behandeling die hij of zij voorstelt voor uw naaste. U kunt dan om de mening van een andere specialist vragen. U vindt het misschien lastig om de specialist te vertellen dat u een tweede mening wilt, maar bedenk dat zo’n gesprek voor hem of haar heel gewoon is. Hoe een second opinion in zijn werk gaat, leest u hier.